Strafbeschikking na om-zitting
In het kader van een OM-zitting heeft de officier van justitie meer mogelijkheden om een strafbeschikking op te leggen. De bij de strafbeschikking op te leggen straffen zijn uitgebreider, nu in het kader van de OM-zitting wordt voldaan aan de in artikel 257c Sv. genoemde hoorplicht. Deze hoorplicht vindt plaats door de verdachte uit te nodigen voor een OM-zitting.
OM-zitting verplicht
In een aantal gevallen is OM-zitting verplicht gesteld, alvorens de officier van justitie een strafbeschikking mag opleggen. Dit is geregeld in artikel 257c lid 1 Sv:
"Een strafbeschikking houdende een taakstraf, een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, dan wel een aanwijzing het gedrag van de verdachte betreffend, wordt slechts uitgevaardigd indien de verdachte door de officier van justitie is gehoord en daarbij heeft verklaard bereid te zijn de straf te voldoen dan wel zich aan de aanwijzing te houden. De verdachte wordt uiterlijk bij de aanvang van het horen gewezen op de mogelijkheid om toevoeging van een raadsman te verzoeken."
De OM-zitting is dus verplicht bij wanneer de officier een of meerdere van de volgende straffen wil opleggen::
- taakstraf
- ontzegging van de rijbevoegdheid
- aanwijzing betreffende het gedrag van de verdachte betreffend
Strafbeschikking; Instemming verdachte vereist
Alleen wanneer de verdachte tijdens de OM-zitting instemt met de door de officier van justitie voorgelegde straf, maatregel, of aanwijzing, kan de officier van justitie een strafbeschikking opleggen. Gaat de verdachte tijdens de OM-zitting niet akkoord met de voorgestelde straf, dan kan de officier van justitie zelf geen straf opleggen. Hij zal de verdachte dan later dagvaarden om bij de politierechter te verschijnen.
Verzet strafbeschikking
Ook nadat u initieel hebt ingestemd met de strafbeschikking, hebt u nog 14 dagen de mogelijkheid om uzelf te bedenken. Als u achteraf toch de straf te hoog vindt of dat u meent dat u onschuldig bent, kunt u binnen 14 dagen nadat de strafbeschikking is opgelegd in verzet gaan. In het verzetschrift geeft u aan dat u het niet eens bent met de opgelegde strafbeschikking en waarom u het niet eens bent met de strafbeschikking. Door het indienen van het verzet, kan de strafbeschikking niet ten uitvoer worden gelegd. De officier van justitie moet de zaak dan aan de rechter voorleggen.