Termijn verzet strafbeschikking

Verzet tegen een strafbeschikking moet worden ingesteld door het tijdig indienen van een verzetschrift.

Termijn verzet strafbeschikking

De termijn voor het indienen van verzet bedraagt 14 dagen. Dit is geregeld in artikel 257e lid 1 Sv:

"Tegen een strafbeschikking kan de verdachte verzet doen binnen veertien dagen nadat het afschrift in persoon aan hem is uitgereikt, dan wel zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de strafbeschikking hem bekend is. Onverminderd de vorige zin kan tegen een strafbeschikking waarin een geldboete van niet meer dan € 340 is opgelegd, wegens een overtreding welke ten hoogste vier maanden voor toezending is gepleegd, verzet worden gedaan tot uiterlijk zes weken na toezending. Verzet kan niet worden gedaan indien de verdachte afstand heeft gedaan van de bevoegdheid daartoe door vrijwillig aan de strafbeschikking te voldoen."

Aanvang termijn verzet strafbeschikking

Zoals in de wet staat vermeld, vangt de termijn voor verzet tegen een strafbeschikking aan

  • wanneer de strafbeschikking in persoon aan hem is uitgereikt
  • wanneer anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de strafbeschikking bij de verdachte bekend is.

Maximale termijn verzet strafbeschikking

Het is dus niet zo dat het verzet altijd binnen 14 dagen na de verzenddatum van de strafbeschikking moet zijn ingediend. De termijn voor verzet begint pas te lopen op het moment dat u in persoon de strafbeschikking hebt ontvangen, of wanneer u op een andere manier bekend bent geraakt met de strafbeschikking. Aangezien het OM de strafbeschikkingen meestal niet laat betekenen, zullen zij de ontvangstdatum in persoon moeilijk kunnen bewijzen. DIt betekent dat u eigenlijk altijd nog in verzet kunt gaan.

Er is echter een uitzondering: de maximale termijn voor verzet tegen een strafbeschikking bedraagt maximaal 6 weken na verzending wanneer het gaat om een:

  • strafbeschikking voor een overtreding
  • die korter dan 4 maanden voor toezending is gepleegd
  • en waarvan de geldboete minder dan € 340,00 bedraagt.

In alle andere gevallen geldt dus geen maximale termijn voor het indienen van verzet.

Eisen uitreiking strafbeschikking

Artikel 257d Sv voorziet in een aantal specifieke voorschriften voor het uitreiken en toezenden van een afschrift van de strafbeschikking aan de verdachte, ten einde hem op de hoogte te stellen van het feit dat ten aanzien van hem een strafbeschikking is uitgevaardigd. Dit artikel verplicht niet tot het toepassen van de algemene betekeningregeling. De toepassing hiervan wordt echter door de nieuwe formulering van artikel 585 SV wel mogelijk gemaakt (Kamerstukken II 2004/05, 29 849, nr. 3, p. 38).

Uitreiking van de strafbeschikking  in persoon verdient de voorkeur (lid 1). Wanneer dit niet lukt, volstaat toezending van een afschrift aan de verdachte (lid 2). Het afschrift dient dan aan het in de gemeentelijke bevolkingsadministratie (GBA) vermelde adres van de verdachte te worden gezonden en indien de verdachte niet als ingezetene is ingeschreven in de GBA, dient het naar zijn woon- of verblijfplaats gezonden te worden. Weigering van de verdachte om het afschrift in ontvangst te
nemen wordt gelijkgesteld met een uitreiking in persoon. In beginsel geschiedt toezending bij gewone brief (lid 4). Bij een geldboete of schadevergoedingsmaatregel of een combinatie van beide die meer bedraagt dan 2000 euro dient deze toezending evenwel plaats te vinden bij aangetekende brief. Van elke toezending of uitreiking dient aantekening te worden gehouden op de wijze bij AMVB bepaald. Echter een aantekening van toezending bewijst niet dat de verdachte daardoor daadwerkelijk met de strafbeschikking op de hoogte is geraakt. Dit bewijs is wel geleverd indien de verdachte het gerechtelijke stuk, in geval van betekening, persoonlijk in ontvangst neemt. Dit alles neemt niet weg dat de OvJ de strafbeschikking mág laten betekenen.

 

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden