Straffen OM-zitting

Door de officier van justitie kunnen niet hele hoge straffen of ingrijpende maatregelen worden opgelegd. Een gevangenisstraf of (vervangende) hechtenis is bijvoorbeeld niet mogelijk. Sommige straffen zijn beperkt in duur en hoogte. De straffen en maatregelen die door in het kader van een OM-zitting door de officier van justitie opgelegd kunnen worden staan vermeld in artikel 257a lid 2 Sv. Het gaat om de volgende straffen en maatregelen:

Geldboete

De officier van justitie mag tijdens een OM-zitting een geldboete opleggen als straf. De hoogte van de geldboete is uiteraard afhankelijk van het feit waarvan u verdacht wordt en de richtlijnen die voor de straftoemeting bij dit feit gelden. De hoogte van de geldboete  is onbeperkt, maar in de praktijk zien we dat de boetes niet heel hoog zijn. Boetes boven de € 2.000,00 komen niet vaak voor. Sowieso geldt bij geldboetes van meer dan € 2.000,00 de verplichting dat de verdachte tijdens de OM-zitting moet worden bijgestaan door een advocaat (art. 257c lid 2 Sv.). Het gaat hiet om het totaalbedrag van  te betalen schadevergoeding en geldboete.

Indien de geldboete niet op tijd wordt betaald, vindt verhaal en eventueel gijzeling voor maximaal 1 week plaats (art. 578b Sv).

Werkstraf

In het kader van een OM-zitting mag de officier van justitie ook een werkstraf opleggen van maximaal 180 uren. Wanneer echter niet een officier van justitie, maar een parketsecretaris de zitting doet, mag een werkstraf tot maximaal 120 uren worden opgelegd.

Ontzegging van de rijbevoegdheid

Verder kunt u tijdens een OM-zitting een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd krijgen, maar dat kan alleen in de in artikelen 179 en 179a WVW genoemde gevallen. In het kader van de van de OM-zitting zal dit met name zijn bij te hard rijden en rijden onder invloed. De maximale duur van de ontzegging van de rijbevoegdheid bedraagt 6 maanden.

> Meer informatie OM-zitting bij rijden onder invloed
> Meer informatie OM-zitting bij te hard rijden

Onttrekking aan het verkeer

Hoewel het niet vaak voorkomt, kan de officier van justitie ook de onttrekking aan het verkeer bevelen van bepaalde goederen. Onttrekking aan het verkeer is een maatregel ter bescherming van de samenleving tegen gevaarzettende voor werpen. Onttrekking aan het verkeer is alleen mogelijk indien het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang (artikel 36c Sr). Hierbij valt te denken aan verdovende middelen, verboden wapens, een gevaarlijk dier, een mes waarmee is gedreigd.

Betaling schadevergoeding aan slachtoffer

Ook kan tijdens een OM-zitting als verplichting worden opgelegd dat de verdachte aan de Staat een som geld betaald ten behoeve van het slachtoffer. Dit is dan bijvoorbeeld de schadevergoeding die de aangever als benadeelde partij heeft gevorderd, voor zover die redelijk is. De hoogte van de schadevergoeding is  onbeperkt, maar wanneer het  aan geldboete en schadevergoeding te betalen bedrag uikomt boven de € 2.000,00 is het verplicht dat  de verdachte tijdens de OM-zitting wordt bijgestaan door een advocaat (art. 257c lid 2 Sv.).

Aanwijzingen

De aanwijzingen die de strafbeschikking kan bevatten en dus tijdens een OM-zitting kunnen worden opgelegd, zijn geregeld in artikel 257a lid 3 Sv.:
a. afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
b. uitlevering of voldoening aan de staat van de geschatte waarde, van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring;
c. de voldoening aan de staat van een geldbedrag of overdracht van in beslag genomen voorwerpen ten gehele of gedeeltelijke ontneming van het ingevolge artikel 36e Sr voor ontneming vatbare wederrechtelijke verkregen voordeel;
d. storting van een vast te stellen som geld in het schadefonds geweldsmisdrijven of ten gunste van een instelling die zich ten doel stelt belangen van slachtoffers van strafbare feiten te behartigen, waarbij het bedrag niet hoger kan zijn dan de geldboete die ten
hoogste voor het feit kan worden opgelegd;
e. andere aanwijzingen, het gedrag van de verdachte betreffend, waaraan deze gedurende een bij de strafbeschikking te bepalen proeftijd van ten hoogste een jaar heeft te voldoen.

Voorwaardelijke straf niet mogelijk!

Een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf is helaas niet mogelijk bij een strafbeschikking. Dit is door de wetgever uitgesloten. Alle straffen zijn dus onvoorwaardelijk.

Instemmingsvereiste

Voor zover bij de strafbeschikking een werkstraf, een ontzegging van de rijbevoegdheid, een aanwijzing, of een geldboete en/of schadevergoeding van in totaal meer dan € 2.000,00 wordt opgelegd, geldt als vereiste dat de verdachte hiermee moet instemmen. Wanneer de verdachte het niet eens is met de opgelegde straffen of maatregelen, kan de officier van justitie deze niet opleggen. De verdachte zal dan gedagvaard worden om bij de rechter te verschijnen.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden